Collega Ad gaat met welverdiend pensioen. Met hem heb ik heel wat situaties beslecht in het voordeel van regelgeving en gewenst politie optreden. Het is in de tijd van de Rijkspolitie.
Met Ad heb ik altijd goed kunnen werken, plezier hebben en kunnen lachen. We maakten varia situaties en casussen mee, en deze heeft een tragikomische lading, dat dan weer wel,
Het is op een zondagochtend. Mijn collega Ad en ik krijgen een melding van een verwarde
man, die een woning kennelijk niet meer wil of kan verlaten. Het is niet ver
uit de buurt. Ad en ik gaan meteen naar de opgegeven locatie. De melder wacht
ons al vertwijfeld en overstuur op.
Hij deelt ons mede dat hij zojuist een oude man zijn woning
heeft binnengelaten. De man moest hoog nodig naar het toilet. Eenmaal op het
toilet blijft hij in dit sanitaire paleis zitten en komt niet meer naar buiten!
Kennelijk uit het lood geslagen door de pracht en praal in dit kleinste
kamertje, dat niet van hem is, maar….
Melder heeft al geprobeerd om contact met de man te krijgen
maar er komt geen enkele respons behalve dan een aantal kwalijk riekende lichamelijke
geuren. We zijn gelukkig met de politiebus (tijd van de R.P) i.v.m. vervoer
mocht dit nodig zijn!
Nadat de politie, Ad en ik dus, een aantal keren krachtig op
de badkamerdeur hebben geklopt, zwaait deze plotsklaps open. Het lijkt wel of
er een stinkbom in ons gezicht ontploft. Gelukkig staat het wc-raam open dat
alle kracht nodig heeft om de kwalijke dampen de maatschappij in te blazen.
De man is onverstaanbaar aan het brabbelen. Hij heeft geen
gebit in en beschikt over een volle grijze haardos. Zijn haardracht was ooit van
alle haren met dezelfde lengte achterover gekamd en vastgehouden met Brylcreem
uit het aloude bekende nostalgische potje.
Tegenwoordig is de Brylcreem niet meer in zijn haren uitgesmeerd
en wappert de haardos bij elke beweging van zijn hoofd als losse bladeren aan
een boom aangedreven door een willekeurige wind.
Zijn gezicht is diep doorgroefd door de weersinvloeden
tijdens een wellicht lang en hard werkzaam leven. Hij heeft een grote neus.
Zijn gezicht oogt klein. Hij draagt een lange verfrommelde jas. Zijn hemd en
broek moeten nodig gewassen worden. Hij is ongeschoren. Brylcreem dan, daar kom
ik zo meteen op terug.
Op de badkamer blijkt dat de man nog niet klaar is met zijn
visite op de wc-pot. Het toilet is van een ouder model. Zeg maar een model waar
je de geproduceerde tulband, in geuren en kleuren kunt zien liggen, dampen en
ruiken.
De man gaat ineens met zijn handen door de wc-pot en veegt
zo de zware donkere geproduceerde last, richting riool. We helpen hem heel
snel, verschrikt en komisch met doorspoelen via de metalen hengel met knop.
Het lijkt alsof hij nog nooit op een toilet binnenshuis geweest
is of dat hij vergeten heeft hoe het allemaal werkt. Na het doorspoelen waarbij
hij aandachtig kijkt alsof hij water ziet branden gaat hij met zijn besmeurde
handen nogmaals door de inmiddels en gelukkig maar, doorgespoelde pot. Onderaan
in de ruimte –gelukkig zonder remmende sporen- wast hij zijn handen schoon!
Zijn op een lengte geknipte haren vallen ruim in zijn
gezichtsveld dat hem hierdoor totaal ontnomen wordt. Tijd voor brylcreem zou je
denken! Nadat hij zijn natte handen uit de pot terugtrekt gaat hij hiermee door
zijn haardossing waardoor deze nat worden en enigszins in het gelid –dus naar
achteren- worden vastgeplakt op zijn hoofd doorsijpelend naar zijn huid.
Juist ja, natuurlijke Brylcreem. Ad en ik hebben uit
voorzorg de diensthandschoenen aangetrokken. We zijn netjes en hulpvaardig
gebleven maar hebben desondanks zijn uitgestoken hand niet geschud! Er zijn tenslotte
grenzen aan zorgverlening, toch?
In de tijd dat dit verhaal speelt is er nog geen
legitimatieplicht. Op deze zondagochtend zijn alle sociale netwerken gesloten. Ad
en ik zullen ons dus over hem ontfermen en hem dus naar huis brengen. Én,
indien mogelijk terugbrengen en overdragen aan zijn eigen sociale zorgkader.
Gelukkig kan hij achter in de politiebus plaatsnemen. En kan
hij ons nog de route aanwijzen met zijn
handen, gesticulerend dus tot aan zijn thuisadres. Met de autoruiten vorstelijk
geopend, brengen we hem naar huis.
Bij zijn woning in een z.g. kolonie blijkt deze Remi te
wonen, alleen. Een woning in de staat zoals dat omstreeks 1930 gewoon was. Geen
sanitaire voorzieningen binnenshuis. Alles in huis is versleten. Hoe hij aan
eten en warmte komt of persoonlijke sanitaire verzorging in dit krot doet bij
ons in ieder geval de nodige vraagtekens rijzen. Hij heeft daar blijkbaar geen
problemen mee.
We informeren nog bij de buren en we hebben later nog de
maatschappelijke zorg in kennis gesteld. Er schijnt zorg op afstand voor hem te
zijn. (Tafeltje dekje en eten in het bejaardentehuis).
Lichamelijk ziet de oude
baas er nog goed uit, gelukkig. Ook van deze man nemen we met gemengde
gevoelens afscheid
Iedereen binnen en buiten de politie heeft ongetwijfeld tal
van dit soort gebeurtenissen in zijn grijze palmares.
Ad het ga je goed, blijf gezond en lachen, want
dat doe je toch
altijd….
Gr Han