Wijkagent Han Tummers laat zich niet alleen in zijn wijken zien, hij beschrijft zijn belevenissen als wijkagent ook in zijn blog. Met succes.
Het verhaal van een schrijvende agent.
door Emil Visser
Weer of geen weer, Han Tummers komt op de fiets naar zijn werk. ’s Ochtends vertrekt hij van huis, net over de grens in Duitsland, op zo’n tien kilometer van het politiebureau in Sittard, meestal
met wind tegen. „Voordeel is dat ik aan het
einde van de dag een cadeautje krijg van de
wind”, glimlacht Han Tummers.
Dat is zo gewoon dat zijn collega’s raar
opkijken als hij ook eens een keer met de auto naar het bureau komt. „En dan krijg ik
commentaar van anderen die altijd met de auto komen. Ja, dat hoort er nou eenmaal bij.”
Tummers is de wijkagent van Grevenbicht, Obbicht en Papenhoven. Hij profileert zich met een blog over het politiewerk.
Regelmatig plaatst hij berichten over de mooie
momenten, of juist over de ellende, die hij meemaakt tijdens zijn bewogen werkdagen. Recent nog verscheen een verhaal over een lijk dat in het Julianakanaal werd gevonden.
Eerder verschenen verhalen over een gewonde kat, een steekpartij en een gevecht met een tbs’er op zijn blog. Soms waagt Tummers zich ook aan gewaagde onderwerpen binnen de politiewereld, zoals de nekklem, de politie-cao en schietende agenten. Dit alles zet de term ‘schrijvende smeris’
in een ander perspectief. Hij strijdt met zijn toetsenbord tegen het beeld dat er van de
politie is. Het is een strijd die hij niet kan
winnen, zo beseft hij zelf ook. Maar wel een strijd die gevoerd moet worden, vindt hij.
„We moeten laten zien waar wij mee bezig zijn. Dat gebeurt gewoon veel te weinig.We moeten onze successen ook veel beter
verkopen dan we nu doen.” Hij wil ‘de agent’ een gezicht geven. „Ik ben autodidact. Ik heb voor het schrijven geen opleiding gevolgd
en eigenlijk doe ik maar wat. Toch merk ik dat steeds meer mensen mijn verhalen lezen. Sommige berichten zijn al 18.000 keer
bekeken. Dan doe ik wel iets goed, toch?” Reacties krijgt hij ook. Veel vanuit het
werkveld, maar ook van daarbuiten. Soms kritisch. „Maar dat is helemaal niet erg. Ik ben niet iemand die zulke reacties dan
verwijdert. De meeste reacties zijn wel positief. Ik schrijf de verhalen overigens niet om
reacties te krijgen, maar het is wel leuk.”
Tummers loopt al een tijdje mee in de
politiewereld. In januari zit hij 39 jaar bij de sterke arm der wet. Hij belandde in het blauw door zijn toenmalige vriendin. „‘Dat lijkt
me wel wat voor jou’, zei ze. Ik heb toen
gesolliciteerd en kon beginnen bij de politieopleiding. Achttien jaar en een maand was ik toen. Op dat moment besefte ik nog niet wat voor vervelende en vieze dingen ik zou
tegenkomen in het vak.” Achteraf gezien spreekt hij echter wel van de juiste keuze.
„Ik zou niets anders willen, en ik vraag me
tevens af of ik wel iets anders zou kunnen.”
Het advies van vaste lezers van zijn blog
om een boek te schrijven slaat hij voorlopig
in de wind. Maar de wijkagent let wel op met wat hij noteert. Hij probeert zijn verhalen
zo te schrijven dat eventuele betrokkenen in hun waarde worden gelaten. Een logische vorm van zelfcensuur voor een politieman. „Ik wil geen nabestaanden verontrusten. Die mensen hebben het vaak al moeilijk.” Hij relativeert zijn eigen bijdragen wel.
„Als ik die verhalen niet schrijf, ligt niemand
er wakker van. Er ligt ook geen verplichting
om de verhalen te schrijven, dus er is geen
enkele vorm van druk.” Het schrijven van
politieverhalen ligt in zijn visie wel op het snijvlak van werk en privé. „Het is meer een hobby.”
Soms komt het privéleven van de wijkagent even om het hoekje kijken in zijn verhalen. Zo heeft zijn (enige) dochter Lauren al
eens gefigureerd verhalen. Net als haar vader is
ze gaan boksen. Ook heeft ze judo gedaan en is ze nog steeds bezig met kickboksen.
Tummers, trots: „Geweldig toch? Ik vind dat kinderenzwemles en judoles moeten volgen. Ik zie als agent van dichtbij wat er allemaal
kan gebeuren. Het is belangrijk om jezelf te
kunnen verdedigen.”
Zelf was Tummers ook bokser in zijn jonge jaren. Dat was alleen niet te combineren met de politieopleiding. Ook is hij gediplomeerd judoleraar. Maar door een schouderblessure moest hij daar tien jaar
geleden mee stoppen. Toch, zo geeft hij in een aantal voorbeelden aan, komen die
vechtsportvaardigheden nogal van pas tijdens het politiewerk. Mentaal en fysiek. Een
arrestatie van een beer van een kerel die zich verrast zag door een heupzwaai van de wijkagent
bijvoorbeeld. Die actie was tevens onderdeel van één van zijn verhalen.
Maar niet alle verhalen die Tummers
schrijft halen uiteindelijk de eindstreep. Soms
blijft een verhaal op de plank liggen omdat het nog niet aan de smaak van de schrijver
voldoet. Andere keren beoordeelt Tummers het verhaal als te confronterend voor de
nabestaanden. „Die verhalen maak ik dan voor mijzelf.” Thuis wordt zijn vrouw niet
overspoeld met wilde verhalen over het politiewerk. „Natuurlijk vertel ik over mijn werk. Maar het is niet dat ik helemaal leegloop.
Er is tijd voor, en ik weet dat ik bij haar
terecht kan. Dat is goed zo.”Want zijn ei kan de wijkagent vooral kwijt op de fiets.
„’s Morgens denk ik na over
wat gaat gebeuren de komende dag. Vandaag
bedacht ik me welke vragen gesteld zouden kunnen worden tijdens het interview. En
ook dat het misschien eens tijd wordt om te praten met onze collega’s in Tudderen, vlak
over de grens, in het kader van samenwerking. Op de terugweg neemt Tummers met zichzelf
de dag door. Zijn verhalen bedenkt hij eveneens op de fiets. Met wind mee.„Dan
komen de herinneringen terug en de letters bovendrijven.”
bron; De Limburger.
En dan is het tijd voor koffie! Emil, nogmaals bedankt